Onderweg

We waren onderweg naar Emmaüs.
De avond viel, vanbinnen was het nacht,
want Jezus was gedood. Hadden we dus
te grif geloofd, te veel van Hem verwacht?

We zouden via Hem Gods glorie zien,
maar nu was Hij gestorven, aan een kruis.
Waarom… wie weet… hoe kon het toch… misschien…
We waren onderweg en ver van huis.

Vanuit het niets klonk er een vreemde stem.
Het was een man. Blijkbaar wist Hij nog niet
wat er gebeurd was in Jeruzalem.
Hij luisterde en proefde ons verdriet.

Vervolgens wees Hij ons toch ook terecht:
Hoe konden wij de Schriften misverstaan?
Daarin werd immers duidelijk gezegd
dat Hij zijn weg als zondebok zou gaan?

Die boodschap bracht ons zelfs nog meer van slag.
Kon dit Gods plan zijn? Het leek ongehoord.
Maar deze vreemdeling sprak met gezag.
Hij was vertrouwd met God en met zijn Woord.

Hij nam ons als een leraar bij de hand.
Al onze vragen joeg Hij ervandoor
Weer net als vroeger stond ons hart in brand.
Kon dit Gods plan zijn? Stel je toch eens voor.

De weg was lang, maar in een mum van tijd
waren we thuis. Hij wilde verdergaan.
Maar nee, we konden Hem nog lang niet kwijt.
We dwongen Hem. Zo schoof Hij bij ons aan.

Met eigen handen brak Hij ons het brood
Zijn eigen handen – die herkenden wij!
Zijn liefde bleek nog sterker dan de dood.
Hij leeft voorgoed. Hij is ons zeer nabij.

We waren onderweg naar Emmaüs.
De avond viel, vanbinnen was het nacht,
want Jezus was gedood. Hadden we dus
te grif geloofd, te veel van Hem verwacht?

We zouden via Hem Gods glorie zien,
maar nu was Hij gestorven, aan een kruis.
Waarom… wie weet… hoe kon het toch… misschien…
We waren onderweg en ver van huis.

Vanuit het niets klonk er een vreemde stem.
Het was een man. Blijkbaar wist Hij nog niet
wat er gebeurd was in Jeruzalem.
Hij luisterde en proefde ons verdriet.

Vervolgens wees Hij ons toch ook terecht:
Hoe konden wij de Schriften misverstaan?
Daarin werd immers duidelijk gezegd
dat Hij zijn weg als zondebok zou gaan?

Die boodschap bracht ons zelfs nog meer van slag.
Kon dit Gods plan zijn? Het leek ongehoord.
Maar deze vreemdeling sprak met gezag.
Hij was vertrouwd met God en met zijn Woord.

Hij nam ons als een leraar bij de hand.
Al onze vragen joeg Hij ervandoor
Weer net als vroeger stond ons hart in brand.
Kon dit Gods plan zijn? Stel je toch eens voor.

De weg was lang, maar in een mum van tijd
waren we thuis. Hij wilde verdergaan.
Maar nee, we konden Hem nog lang niet kwijt.
We dwongen Hem. Zo schoof Hij bij ons aan.

Met eigen handen brak Hij ons het brood
Zijn eigen handen – die herkenden wij!
Zijn liefde bleek nog sterker dan de dood.
Hij leeft voorgoed. Hij is ons zeer nabij.

Informatie

Bijbelgedeelte: Lukas 24:13-35
Tekst: Arie Maasland

Video-opname

Van dit lied is nog geen video-opname beschikbaar. Kunt u goed zingen en wilt u een opname maken? Stuur dan de geluidsopname in naar info@dichtbijdebijbel.nl en wellicht wordt uw opname op YouTube geplaatst.

Abonneer op het YouTube kanaal:


© Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

© 2024 Dicht bij de Bijbel
Webontwikkeling: m&m web-it