Ik kan niet zonder Jezus

1. Ik kan niet zonder Jezus; zonder Jezus kan ik niet.
Want leef ik los van Hem, dan voel ik onbestemd verdriet.
Mijn energie stroomt weg en zware leegte vult mijn buik.
Mijn hart wordt even dorstig als een uitgedroogde kruik.

2. En toch ben ik al heel wat keer mijn eigen gang gegaan.
Dan hoor ik weer die stem in mij, die spreekt mij zachtjes aan.
‘Wat is het dat je neerdrukt, waarom voel je je zo moe?
Ik geef je rust, en Ik alleen – kom gauw weer naar Mij toe.

3. Soms duurt het even, maar ik geef die stille stem gehoor.
Inmiddels weet ik: Hij heeft het echt beste met mij voor.
Ik denk wel eens dat ik wat minder wegdwaal dan ik deed
maar toch gebeurt het nog helaas – soms voordat ik het weet.

4. Ik dank U, Jezus, dat U zo geduldig met mij bent,
dat U, hoewel U elk verkeerd verlangen in mij kent,
toch nooit verzucht: ‘Oké dan, zoek het voortaan zelf maar uit’,
maar steeds wanneer ik terugkom mij weer in uw armen sluit.

5. Ik kan niet zonder Jezus; zonder Jezus kan ik niet.
Want leef ik los van Hem, dan voel ik onbestemd verdriet.
Maar als ik dicht bij Hem blijf, dan vult Hij mij met zijn Geest,
dan heb ik echt geluk, dan viert mijn hart voortdurend feest.

1. Ik kan niet zonder Jezus; zonder Jezus kan ik niet.
Want leef ik los van Hem, dan voel ik onbestemd verdriet.
Mijn energie stroomt weg en zware leegte vult mijn buik.
Mijn hart wordt even dorstig als een uitgedroogde kruik.

2. En toch ben ik al heel wat keer mijn eigen gang gegaan.
Dan hoor ik weer die stem in mij, die spreekt mij zachtjes aan.
‘Wat is het dat je neerdrukt, waarom voel je je zo moe?
Ik geef je rust, en Ik alleen – kom gauw weer naar Mij toe.

3. Soms duurt het even, maar ik geef die stille stem gehoor.
Inmiddels weet ik: Hij heeft het echt beste met mij voor.
Ik denk wel eens dat ik wat minder wegdwaal dan ik deed
maar toch gebeurt het nog helaas – soms voordat ik het weet.

4. Ik dank U, Jezus, dat U zo geduldig met mij bent,
dat U, hoewel U elk verkeerd verlangen in mij kent,
toch nooit verzucht: ‘Oké dan, zoek het voortaan zelf maar uit’,
maar steeds wanneer ik terugkom mij weer in uw armen sluit.

5. Ik kan niet zonder Jezus; zonder Jezus kan ik niet.
Want leef ik los van Hem, dan voel ik onbestemd verdriet.
Maar als ik dicht bij Hem blijf, dan vult Hij mij met zijn Geest,
dan heb ik echt geluk, dan viert mijn hart voortdurend feest.

Informatie

Tekst: Arie Maasland

Video-opname

Abonneer op het YouTube kanaal:


© Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

© 2024 Dicht bij de Bijbel
Webontwikkeling: m&m web-it