Liefdeslied

Al kende ik de woorden van elke mensentaal,
maar zou de liefde missen, ik klonk als een cimbaal.
Al kon ik zelfs ook spreken als met een eng’lentong,
ik klonk, zonder de liefde, niet beter dan een gong.

Al kon ik profeteren, al was mijn geest in staat
om waarheid waar te nemen die anderen ontgaat,
al kon ik bergen dwingen om aan de kant te gaan,
als ik de liefde miste, had ik daar weinig aan.

Al gaf ik aan de armen mijn aardse overvloed,
door alles uit te delen: mijn brood, mijn geld, mijn goed,
al liet ik mij verbranden en leed ik helse pijn –
het zou, zonder de liefde, vergeefse moeite zijn.

De liefde is geduldig en zoekt geen eigen eer.
Goed is ze, niet afgunstig, vergevend duizend keer.
Ze is niet onfatsoenlijk en denkt van niemand kwaad,
ze zoekt alleen de waarheid, is wars van lasterpraat.

De liefde wil bedekken, gelooft, volhardt, verdraagt,
terwijl ze van de ander nooit een beloning vraagt.
De meeste van Gods gaven zijn straks verleden tijd,
maar zijn geschenk van liefde doorstaat de eeuwigheid.

Veel is mij nu niet helder: ik kijk nog als een kind.
Voor de volmaakte liefde ben ik ten dele blind.
Maar eens als ik God zien zal en Hij mij zelf begroet,
laat Hij mijn ogen stralen en zie ik alles goed.

Geloof zal dan volmaakt zijn, beëindigd is de strijd.
De hoop is straks veranderd in vaste zekerheid.
De meeste is de liefde op ’t eeuwig bruiloftsfeest:
het is de grootste gave van God de Heil’ge Geest!

Al kende ik de woorden van elke mensentaal,
maar zou de liefde missen, ik klonk als een cimbaal.
Al kon ik zelfs ook spreken als met een eng’lentong,
ik klonk, zonder de liefde, niet beter dan een gong.

Al kon ik profeteren, al was mijn geest in staat
om waarheid waar te nemen die anderen ontgaat,
al kon ik bergen dwingen om aan de kant te gaan,
als ik de liefde miste, had ik daar weinig aan.

Al gaf ik aan de armen mijn aardse overvloed,
door alles uit te delen: mijn brood, mijn geld, mijn goed,
al liet ik mij verbranden en leed ik helse pijn –
het zou, zonder de liefde, vergeefse moeite zijn.

De liefde is geduldig en zoekt geen eigen eer.
Goed is ze, niet afgunstig, vergevend duizend keer.
Ze is niet onfatsoenlijk en denkt van niemand kwaad,
ze zoekt alleen de waarheid, is wars van lasterpraat.

De liefde wil bedekken, gelooft, volhardt, verdraagt,
terwijl ze van de ander nooit een beloning vraagt.
De meeste van Gods gaven zijn straks verleden tijd,
maar zijn geschenk van liefde doorstaat de eeuwigheid.

Veel is mij nu niet helder: ik kijk nog als een kind.
Voor de volmaakte liefde ben ik ten dele blind.
Maar eens als ik God zien zal en Hij mij zelf begroet,
laat Hij mijn ogen stralen en zie ik alles goed.

Geloof zal dan volmaakt zijn, beëindigd is de strijd.
De hoop is straks veranderd in vaste zekerheid.
De meeste is de liefde op ’t eeuwig bruiloftsfeest:
het is de grootste gave van God de Heil’ge Geest!

Informatie

Melodie: Beveel gerust uw wegen of Ik wil mij gaan vertroosten
Bijbelgedeelte: 1 Korintiƫrs 13
Tekst: Jan Pieter Kuijper

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)

Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Video-opname

Abonneer op het YouTube kanaal:


© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

© 2024 Dicht bij de Bijbel
Webontwikkeling: m&m web-it