Ik wist niet dat Hij toch nog was gekomen,
vier dagen nadat ik mijn ogen sloot.
Ik wist niet dat de steen werd weggenomen,
omdat Hij niet kon leven met de dood.
Ik wist van niets, maar plotseling weerklonk er
een stem als een bazuin; de dag brak aan.
Ik schokte wakker in het aardedonker,
want daar was Jezus – tijd om op te staan.
Ik kwam naar buiten, uit de dood herboren,
gekoesterd door oneindig morgenlicht.
Ja, daar was Jezus, groots als nooit tevoren.
Er lag een gouden gloed op Zijn gezicht.
Ik wist niet dat Hij toch nog was gekomen,
vier dagen nadat ik mijn ogen sloot.
Ik wist niet dat de steen werd weggenomen,
omdat Hij niet kon leven met de dood.
Ik wist van niets, maar plotseling weerklonk er
een stem als een bazuin; de dag brak aan.
Ik schokte wakker in het aardedonker,
want daar was Jezus – tijd om op te staan.
Ik kwam naar buiten, uit de dood herboren,
gekoesterd door oneindig morgenlicht.
Ja, daar was Jezus, groots als nooit tevoren.
Er lag een gouden gloed op Zijn gezicht.
Bijbelgedeelte: Johannes 11
Tekst: Arie Maasland
Van dit lied is nog geen video-opname beschikbaar. Kunt u goed zingen en wilt u een opname maken? Stuur dan de geluidsopname in naar info@dichtbijdebijbel.nl en wellicht wordt uw opname op YouTube geplaatst.
Abonneer op het YouTube kanaal: