Niets viel er op mij aan te merken:
Ik kwam uit een godvrezend nest.
Ik deed van jongs af aan mijn best.
Ik had een schat aan goede werken.
Ik stond voor God in vuur en vlam –
totdat ik Christus tegenkwam.
Zijn licht deed mij de ogen open.
Niet langer zat ik hoog te paard.
Wat winst leek, was geen stuiver waard.
Ik had mijn eigen race gelopen.
Ik bleek een geestelijke dwerg
die leefde met een afvalberg.
Goddank, ik mocht opnieuw beginnen.
Of ik misluk of goed presteer,
dat telt wat mij betreft niet meer.
Maar één ding wil ik: Christus winnen.
Eén aandrang houdt mij op de been:
ik wil Hem kennen, Hem alleen.
Niets viel er op mij aan te merken:
Ik kwam uit een godvrezend nest.
Ik deed van jongs af aan mijn best.
Ik had een schat aan goede werken.
Ik stond voor God in vuur en vlam –
totdat ik Christus tegenkwam.
Zijn licht deed mij de ogen open.
Niet langer zat ik hoog te paard.
Wat winst leek, was geen stuiver waard.
Ik had mijn eigen race gelopen.
Ik bleek een geestelijke dwerg
die leefde met een afvalberg.
Goddank, ik mocht opnieuw beginnen.
Of ik misluk of goed presteer,
dat telt wat mij betreft niet meer.
Maar één ding wil ik: Christus winnen.
Eén aandrang houdt mij op de been:
ik wil Hem kennen, Hem alleen.
Bijbelgedeelte: Filip 3: 4-14 en Hand 9: 1-22
Tekst: Arie Maasland
Van dit lied is nog geen video-opname beschikbaar. Kunt u goed zingen en wilt u een opname maken? Stuur dan de geluidsopname in naar info@dichtbijdebijbel.nl en wellicht wordt uw opname op YouTube geplaatst.
Abonneer op het YouTube kanaal: