Na uren van verlangen,
- vergeefs heb ik gewacht -
ben ik door slaap bevangen,
tot midden in de nacht
de rust ruw wordt verbroken,
herauten roepen: “Kom,
heb je je lamp ontstoken?
Daar is de bruidegom!”
Geschrokken van het leven
zoek ik in duisternis,
door doodsangst voortgedreven,
waar toch mijn olie is.
O, had ik maar geweten
hoe laat hij komen zou,
ik zou niets zijn vergeten -
nu rest mij slechts berouw.
Maar hij kent mijn gebreken,
mijn onverschilligheid.
Hij geeft, bij het ontbreken
van olie, vast respijt.
Ik zal me nu gaan haasten
mijn lamp weer te voorzien.
Wat olie van mijn naasten
is wat mij redt misschien.
De tijd begint te dringen,
- ’t was niet genoeg geweest -
Vijf and’re gasten gingen
al naar het bruiloftsfeest.
Laat ik niet langer dralen,
maar naar de koopman gaan.
Snel zelf wat olie halen,
dan steek ik ´t licht weer aan.
***
Ik bid hem: “Doe mij open,
laat mij toch binnen Heer!
Ik moest nog olie kopen,
Sluit pas de deur wanneer
ik óók genietend binnen
de maaltijd met u eet.
Laat dan het feest beginnen,
want ik ben nu gereed.”
Zijn stem klinkt uit de feestzaal:
“Ik weet niet wie je bent.
Je hebt geen deel aan ’t feestmaal,
Ik heb je nooit gekend!
Je was steeds ongehoorzaam,
’t geloof in mij was schijn.
Ik straf hen, die niet waakzaam
verwachten, met de pijn.”
Ik wentel me in wroeging,
te lang heb ik gewacht!
Geen gratie, geen vergeving,
slechts donkerte en nacht.
O, waarom was ik bezig
met enkel buitenkant?
Mijn olie was afwezig -
geen Geestesvuur dat brandt.
***
Jou is nog tijd gegeven,
koop olie zonder prijs.
Verwacht hem heel je leven,
en wees niet dwaas, maar wijs!
Heb jij al vlammentongen
ontstoken door de Geest?
Dan wordt door jou gezongen
op ’t eeuwig bruiloftsfeest!
Na uren van verlangen,
- vergeefs heb ik gewacht -
ben ik door slaap bevangen,
tot midden in de nacht
de rust ruw wordt verbroken,
herauten roepen: “Kom,
heb je je lamp ontstoken?
Daar is de bruidegom!”
Geschrokken van het leven
zoek ik in duisternis,
door doodsangst voortgedreven,
waar toch mijn olie is.
O, had ik maar geweten
hoe laat hij komen zou,
ik zou niets zijn vergeten -
nu rest mij slechts berouw.
Maar hij kent mijn gebreken,
mijn onverschilligheid.
Hij geeft, bij het ontbreken
van olie, vast respijt.
Ik zal me nu gaan haasten
mijn lamp weer te voorzien.
Wat olie van mijn naasten
is wat mij redt misschien.
De tijd begint te dringen,
- ’t was niet genoeg geweest -
Vijf and’re gasten gingen
al naar het bruiloftsfeest.
Laat ik niet langer dralen,
maar naar de koopman gaan.
Snel zelf wat olie halen,
dan steek ik ´t licht weer aan.
***
Ik bid hem: “Doe mij open,
laat mij toch binnen Heer!
Ik moest nog olie kopen,
Sluit pas de deur wanneer
ik óók genietend binnen
de maaltijd met u eet.
Laat dan het feest beginnen,
want ik ben nu gereed.”
Zijn stem klinkt uit de feestzaal:
“Ik weet niet wie je bent.
Je hebt geen deel aan ’t feestmaal,
Ik heb je nooit gekend!
Je was steeds ongehoorzaam,
’t geloof in mij was schijn.
Ik straf hen, die niet waakzaam
verwachten, met de pijn.”
Ik wentel me in wroeging,
te lang heb ik gewacht!
Geen gratie, geen vergeving,
slechts donkerte en nacht.
O, waarom was ik bezig
met enkel buitenkant?
Mijn olie was afwezig -
geen Geestesvuur dat brandt.
***
Jou is nog tijd gegeven,
koop olie zonder prijs.
Verwacht hem heel je leven,
en wees niet dwaas, maar wijs!
Heb jij al vlammentongen
ontstoken door de Geest?
Dan wordt door jou gezongen
op ’t eeuwig bruiloftsfeest!
Melodie: Hoe zal ik U ontvangen
Bijbelgedeelte: MatteĆ¼s 25:1-13
Tekst: Jan Pieter Kuijper
Van dit lied is nog geen video-opname beschikbaar. Kunt u goed zingen en wilt u een opname maken? Stuur dan de geluidsopname in naar info@dichtbijdebijbel.nl en wellicht wordt uw opname op YouTube geplaatst.
Abonneer op het YouTube kanaal: