In de hof
Hij trof mij ingeslapen op de grond.
Alweer gefaald, hoe viel dit goed te maken?
‘Kun je dan zelfs niet één uur met Mij waken?
Blijf wakker, bid.’ Beschaamd hield ik mijn mond.
Ik wil Zijn goede leerling zijn, maar hoe
zal ik de strijd tegen mezelf ooit winnen?
Ik wil gehoorzaam zijn, opnieuw beginnen.
Ik wil Hem trouw zijn – maar ik ben zo moe.

Weerspiegeld