1. Sta op, ga het licht tegemoet,
de HEER komt in schitterend licht.
Hoe donker de aarde ook is
en volken in duisternis dwalen,
voor jou gaat het morgenlicht op
dat volken en koningen zal overstralen.
De HEER van de wereld verschijnt.

2. Sta op, kijk je ogen maar uit,
ze komen massaal naar je toe
en nemen hun kinderen mee.
Je ogen gaan vreugdevol stralen
en wonderlijk ruim is je hart.
Voor jou hebben volken hun rijkdom verzameld,
het moois van de zee is voor jou.

3. Een golf van kamelen, een stroom
van jonge kamelen komt aan,
door talloze mensen gevolgd,
beladen met goud en met wierook;
ze zingen de lof van de HEER.
En schapen en geiten zijn samengedreven
voor jou, als een gave voor Hem.

4. Bij dag is de zon er niet meer,
bij nacht niet de glans van de maan.
De HEER is voor altijd je licht,
je God is je eer en je glorie.
Geen zon gaat meer onder, geen maan,
de HEER is voor altijd je stralende schijnsel.
De HEER is voor altijd je licht.