Overvloed

De fonkelende schatten om mij heen
konden de kamers van mijn hart niet vullen.
Toen kwam de dag dat Jezus mij verscheen.
Hij riep mij weg bij al mijn mooie spullen.

Er huist nog steeds inhaligheid in mij.
Steeds weer moet ik mezelf ervan bekeren.
Hoe kan ik zo ruimhartig zijn als Hij?
Achter Hem aan begin ik het te leren.

Vrij is Hij van de macht van geld en goed.
Hij kent geen zorgen voor de dag van morgen.
Ten diepste heeft Hij altijd overvloed:
Dankzij Zijn Vader weet Hij zich geborgen.

© Tekst: Arie Maasland
Dit gedicht komt uit Arie Maaslands gedichtenbundel ”Weerspiegeld”, uitgeverij Brevier, 2025

Delen:

Bijbelgedeelte

Marcus 2:13-17
© 2025 Dicht bij de bijbel
Website door web-it.nl

Contact | Sitemap | Disclaimer
IBAN: NL20 RABO 0198 2557 64