Water in wijn
Er klonk gelach, maar iets bedierf de sfeer.
Het bruidspaar was wat krenterig geweest.
De wijn, bedoeld als brandstof van het feest,
was opgegaan – geen rode druppel meer.
Een vreemdeling kwam naar ons toe en zei
dat Hij de stenen vaten nodig had.
‘Vul ze maar tot de rand.’ Wij deden dat
en stonden er daarna afwachtend bij.
Hij vroeg: ‘Schep nu een beker uit zo’n vat.’
En ik verzeker je, ik weet één ding:
dat het tot dan toe slechts om water ging.
Glashelder water, en niet meer dan dat.
Toen ik de beker naar de feestzaal droeg
bleek hij gevuld met goddelijke wijn.
Geen flauw idee wat er gebeurd kan zijn;
ik deed eenvoudig wat Hij van me vroeg.

Weerspiegeld