1. Wees niet bang, want Ik ben bij je.
Vrees niet, want Ik ben je God.
Wees sterk en moedig in de beproeving,
in dagen van gevaar
is mijn schaduw aan je rechterhand.

2. Laat je niet door angst verlammen,
Ik werk met kracht in je ziel.
Ik geef je ruimte in de beklemming,
geef Mij dan je gebed,
kijk naar boven door je tranen heen.

3. Wees niet bang, als je moet lijden.
‘Ik ben erbij’ is mijn naam.
Ik zal je redden van je demonen,
van de vertwijfeling
in het donker van de lange nacht.

4. Wees niet bang, want Ik ben bij je.
Vrees niet, want Ik ben je God.
Ik zal je sterken, Ik zal je helpen,
je steunen met mijn hand,
niet te overwinnen rechterhand.