De wachtende vader

Hoor, een vader had twee zonen.
Hij hield veel van alle twee.
“Ik vertrek”, zo sprak de jongste
en hij nam zijn erfdeel mee.
Zichtbaar anders was de oudste,
die wel bij zijn vader bleef,
trouw hem diende en zich afvroeg
wat zijn jongste broer nu dreef.

Vol verlangen wachtte vader
op de zoon die hem verliet.
Hoopvol bleef hij naar hem uitzien,
aan geduld ontbrak het niet.
Daar! – reikhalzend keek hij nog eens,
niet gelovend wat hij zag:
hij die dood was, werd weer levend.
Wat een vreugdevolle dag!

Maar jaloers en diep verbolgen
kwam de oudste van het veld.
“Altijd ben ik u gehoorzaam,
’k Heb u nooit teleurgesteld.
Nu die zoon van u weer thuis is
wordt het beste kalf geslacht.
Hij heeft geld en goed verkwanseld,
alles heeft hij doorgebracht!”

“Jongen, jij bent altijd bij mij.
Wat van mij is, is van jou.
Moet ook jij vandaag niet blij zijn
nu hij leeft van wie ik hou?
Kind, ik smeek je, kom naar binnen,
buiten wordt het bijna nacht.
Vier met mij het feest van leven,
ook op jou heb ik gewacht.”

Kom! – laat hem niet langer wachten,
haast je naar de vader toe,
laat je in zijn armen sluiten
en zeg niet: ik weet niet hoe.
Wachtend staat hij op de uitkijk,
turend of hij jou al ziet.
Eeuwig leven wil hij geven,
weiger zijn genade niet!

Hoor, een vader had twee zonen.
Hij hield veel van alle twee.
“Ik vertrek”, zo sprak de jongste
en hij nam zijn erfdeel mee.
Zichtbaar anders was de oudste,
die wel bij zijn vader bleef,
trouw hem diende en zich afvroeg
wat zijn jongste broer nu dreef.

Vol verlangen wachtte vader
op de zoon die hem verliet.
Hoopvol bleef hij naar hem uitzien,
aan geduld ontbrak het niet.
Daar! – reikhalzend keek hij nog eens,
niet gelovend wat hij zag:
hij die dood was, werd weer levend.
Wat een vreugdevolle dag!

Maar jaloers en diep verbolgen
kwam de oudste van het veld.
“Altijd ben ik u gehoorzaam,
’k Heb u nooit teleurgesteld.
Nu die zoon van u weer thuis is
wordt het beste kalf geslacht.
Hij heeft geld en goed verkwanseld,
alles heeft hij doorgebracht!”

“Jongen, jij bent altijd bij mij.
Wat van mij is, is van jou.
Moet ook jij vandaag niet blij zijn
nu hij leeft van wie ik hou?
Kind, ik smeek je, kom naar binnen,
buiten wordt het bijna nacht.
Vier met mij het feest van leven,
ook op jou heb ik gewacht.”

Kom! – laat hem niet langer wachten,
haast je naar de vader toe,
laat je in zijn armen sluiten
en zeg niet: ik weet niet hoe.
Wachtend staat hij op de uitkijk,
turend of hij jou al ziet.
Eeuwig leven wil hij geven,
weiger zijn genade niet!

Informatie

Melodie: Welk een vriend is onze Jezus
Bijbelgedeelte: Lucas 15: 11-32
Tekst: Jan Pieter Kuijper

Video-opname

Van dit lied is nog geen video-opname beschikbaar. Kunt u goed zingen en wilt u een opname maken? Stuur dan de geluidsopname in naar info@dichtbijdebijbel.nl en wellicht wordt uw opname op YouTube geplaatst.

Abonneer op het YouTube kanaal:


© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

© 2024 Dicht bij de Bijbel
Webontwikkeling: m&m web-it